Le reve dans studio

 

Balletrecepten #7 Balletrecepten in de praktijk

29 december 2017 / door

Zelf pas ik de ingrediënten om de balletrecepten uit te kunnen voeren natuurlijk al geruime tijd toe in de praktijk. Aanvankelijk met mijn vaste groepen, maar sinds de eerste woorden op papier zijn verschenen, ben ik ook steeds meer gastlessen en workshops gaan geven wat ik als een mooie gelegenheid zag om ook andere leerlingen alvast een vleugje balletrecepten te kunnen laten proeven. Klassiek ballet, floorbarre of caractère dans, dat maakt niet uit.

 

 

Totdat ik op een gegeven moment werd gevraagd om in te vallen bij een balletschool waar ik nog nooit was geweest en het anders liep dan ik was gewend. Het betrof meerdere groepen. Ik had van te voren gevraagd naar de lesstof waar ze op dat moment mee bezig waren om daar mijn les op af te kunnen stemmen. Ik gaf de lessen en nam waar. Terug in de trein naar huis was ik tamelijk ontevreden. Ik was zelfs vergeten om in te checken, omdat het mij dusdanig bezighield. Ik was namelijk een ‘lesson-giver’ geweest in plaats van een ‘teacher’. Hoe had dat kunnen gebeuren? Waarom handelde ik anders dan bij mijn vaste lessen, gastlessen en workshops? Was ik in de veronderstelling dat de leerlingen bekend zouden zijn met de ingrediënten van de klassieke ballettechniek? Maar waarom dacht ik dat? De reden om een boek hierover te schrijven is o.a. omdat ik om mij heen zie dat niet iedereen voldoende bekend en vertrouwd is met de benodigde ingrediënten en ik deze bevindingen graag wil delen.

Al met al was dit een leerzame les voor mij en heeft het er voor gezorgd dat ik nu ook iedere invalles bedachtzaam, doordacht en weloverwogen geef. Soms denk je dat je iets doet, maar dat blijkt dan toch niet zo te zijn….

 

 

Gelukkig werd ik nog een keer gevraagd om bij dezelfde balletschool in te komen vallen. Ik koos de ingrediënten uit waar ik dieper op in wilde gaan naar aanleiding van wat ik de vorige keer had waargenomen. Met mijn nieuwe plan van aanpak werd het geen standaard balletles, maar een balletles met een duidelijk thema. Met alle groepen, ongeacht hun niveau op papier, begon ik op de vloer. Zodra ik zag dat de leerlingen de essentie van de beweging hadden begrepen, ging ik pas door naar de volgende oefening. In de volgende oefening haakte ik steeds weer in op wat we in de oefening daarvoor hadden gedaan. En zo stonden we vervolgens aan de barre om het geleerde tot dusver toe te passen. In het midden deed ik exact dezelfde oefeningen om vervolgens het geleerde toe te passen in een eenvoudige sprong, maar ook in een meer gecompliceerde sprong die ze altijd deden in hun les. En toen was de les al voorbij. Het was dan wel geen complete balletles, maar wel een vruchtbare balletles. Ineens werd alles met meer aandacht uitgevoerd en ook met een groter bewustzijn. Er werden verbanden gelegd en vragen gesteld over oefeningen en passen die ze de vorige les nog gedachteloos leken uit te voeren. En dat in korte tijd. Nu zat ik dan eindelijk met een tevreden gevoel in de trein naar huis. En hopelijk de meeste leerlingen ook. Ik weet dat niet iedereen ontvankelijk is, maar ook daar heb ik geleerd mee om te kunnen gaan en mijn keuzes in te kunnen maken.

 

 

Bij de groepen waar ik vast of vaker les aan geef behoren een aantal begrippen inmiddels tot het vaste vocabulaire. Zo was er laatst een leerlinge waar ik na afloop tegen zei dat haar voeten helemaal nat waren. Ze schrok, maar glimlachte ook en aan de andere kant aan de barre werd de oefening correct uitgevoerd. Heel mooi om te zien dat leerlingen zichzelf kunnen corrigeren, omdat ze bewust zijn om welk ingrediënt het gaat.

Zo werken de kruimels op de vloer ook heel goed. Wanneer ik aangeef deze te zien liggen, weten de leerlingen precies welk ingrediënt ze moeten corrigeren.

Of voordat de oefening begint, noem ik mijn lijstje met ingrediënten. Soms noem ik iets niet en dan is er altijd wel een leerling die het aanvult. Of wannee i z g praten, dan begrijpt iedereen dat de bewegingen niet af werden gemaakt. Dit zijn enkele voorbeelden uit velen. Het allermooiste is wanneer je met beginners echt de tijd neemt om de ingrediënten te leren begrijpen en te beheersen en je dan met ze naar de barre gaat, dat ze dan ook klaar zijn om hun eerste balletrecept zorgvuldig uit te voeren. Het is een demi-plié en geen kopie van een demi-plié.

 

 

Ook zijn er in de afgelopen periode nieuwe metaforen ontstaan die je niet in het boek terug zal vinden. En dat is waar dit boek ook over gaat. Mijn leerlingen zijn nu vertrouwd met mijn diamant, maar deze diamant komt helemaal niet voor in mijn boek. Het boek heeft mij geïnspireerd om deze diamant te vinden en toe te passen.

Een ander voorbeeld zijn de zuurstokstrepen. Daar voer ik altijd een handeling bij uit, die ook niet in het boek staat. Het is ontstaan in de praktijk en werkt zeer verhelderend voor de leerlingen.

En daarom ben ik ook heel benieuwd hoe dit boek straks in de praktijk zal gaan werken bij balletdocenten die ermee aan de slag willen gaan en dit boek ook bij hun leerlingen willen introduceren. Ik hoop op een interessante wisselwerking tussen de leerlingen en hun docenten en op een vergroting van de wederzijdse betrokkenheid. Mijn eigen leerlingen kennen nu een aantal ingrediënten, maar alleen via mij. Ik kan niet wachten totdat zij het boek in hun bezit zullen hebben en er ook zelf mee aan het werk gaan. Ik kan mij voorstellen dat het dan nog meer eigen zal gaan worden. En dat is immers wat we bij onze leerlingen willen stimuleren of niet? Ik herinner mij nog goed dat iedere ontdekking die ik zelf deed en ieder inzicht dat ik zelf verwierf mij het meeste bij zijn gebleven.

Bij één van de jeugdige meelezers die bij een collega in de les stond, kon ik zien welke hoofdstukken hij al had gelezen. Een wondermooi gevoel ging door mij heen.

 

 

In het blog Balletrecepten #5 De meelezers heb je kunnen lezen dat er ook twee collega’s hebben meegelezen en voor degenen die mijn nieuwsbrieven lezen en mijn berichten op de Facebookpagina Balletrecepten / Ballet Recipes volgen, weten dat Ernst Meisner, artistiek coördinator van de Junior Company van Het Nationale Ballet, ook heeft meegelezen en een tekst heeft geschreven voor de achterflap van mijn boek. Maar ik heb ook hun lessen gezien en al mee mogen maken dat er voorbeelden uit het boek werden gebruikt en het hen en mij ook weer verder heeft geïnspireerd. Ook het ‘waarom van de ingrediënten’ zag ik terugkomen. Eveneens een aspect waar ik aandacht aan schenk in mijn boek.

Ik krijg zelf wel eens de opmerking dat ik bepaalde dingen soms (te) langzaam doe, maar niet de vraag waarom, terwijl ik daar uiteraard mijn beweegredenen voor heb. En volgens mij heb ik hierbij mijn onderwerp voor mijn volgende blog in mijn handen. Graag tot de volgende keer, in 2018!