Balletrecepten #5 De meelezers
En dan is het zover, de tekst is klaar en de illustraties ook, tijd om het door anderen te laten lezen. Ik noem ze de meelezers. De volwassen meelezers zijn twee balletdocenten; een man en een vrouw met zeer verschillende achtergronden. De jeugdige meelezers zijn twee balletleerlingen: een jongen en een meisje. Bij één van hen heeft de moeder ook meegelezen.
Ik vroeg ze om hun opmerkingen te noteren. Toen ik deze eenmaal in handen kreeg, viel het mij meteen op dat er geen enkele opmerking was die over hetzelfde onderdeel ging. Ik was diep geroerd om bij de meelezers terug te zien dat we allemaal anders zijn, de dingen anders beleven, zien, interpreteren, voelen en ervaren. Hoe mooi is dat? Want ook daar gaat dit boek over. Hieronder een citaat uit mijn slotwoord van ‘Balletrecepten’.
“Zoals je hoogstwaarschijnlijk hebt ervaren, ben je vooral bezig geweest om de beginselen van de klassieke ballettechniek te leren voelen en te begrijpen. Om de eerste bewegingen en passen vanaf het allereerste moment met de juiste ingrediënten te leren uitvoeren. En om te ontdekken dat dit altijd gepaard gaat met een bepaald gevoel.
Alle voorbeelden in dit boek zijn gebaseerd op mijn eigen ervaring en beleving.
Ik hoop dat je de smaak te pakken hebt gekregen en dat jouw ogen vanaf nu groter zijn dan jouw maag. Ik hoop dat je het voedsel voor jouw ziel hebt ontdekt.
Ik hoop je te hebben geraakt in jouw ontwikkeling als danser en dat je meer diepgang hebt gevonden in jouw beleving van de klassieke ballettechniek. Ook hoop ik dat je dit boek verder kunt aanvullen met jouw eigen gevoel en beleving van iedere beweging en van iedere pas. Mijn voorbeelden zijn zeker niet de enige.
Ook de manier waarop ik de klassieke ballettechniek benader kan bij jou in de les anders zijn. Ik geloof dat meerdere wegen naar Rome leiden en dat smaken verschillen. Een eerste armpositie die boven de navel wordt geplaatst of een cou de pied die devant wordt geplaatst in plaats van om de enkel, is ook goed. Als je maar weet waarom je iets doet, hoe je het moet uitvoeren en met welke ingrediënten. Dan krijgen jouw bewegingen en passen een bepaalde kwaliteit die gevoel, kracht, maar ook precisie en passie uitstralen.
Iedereen die van ballet houdt, kan dit leren! Natuurlijk boeken de leerlingen op een dansvakopleiding meer vooruitgang, omdat zij iedere dag balletles krijgen en geselecteerd zijn op hun fysieke mogelijkheden. Maar ik geef zelf al lang genoeg les om te kunnen concluderen dat ook amateurleerlingen met de ingrediënten uit dit boek goede recepten op tafel kunnen zetten. Alleen kost het meer tijd en geduld, zowel van de leerling als van de docent. En vergeet niet: de kracht zit in de herhaling.”
Maricelle Peeters